Jantjes Blues - Cornelis Vreeswijk

Jantje was aan het wandelen op het Leidseplein

Toen vond hij een riksdaalder en dat vond hij fijn

Hij kocht er zoute pinda’s voor, sigaretten en drop

Kortom, in no time waren al zijn centen op Maar hij werd geschaduwd door een brigadier

Die zij tegen Jantje: «Hé, kom jij maar eens hier

Ik weet niet of je het weet, maar riksdaalders op straat

Zijn verloren goederen en horen aan de staat»

De rechter zei: «Hé Jantje, weet jij wel wat je bent

Dat noemen wij juridisch jeugddelinquent

Een schande voor je ouders, je toekomst naar de maan

Want als je later groot bent, krijg je nooit een goede baan»

«Stik maar», zei Jantje, «met die kouwe kak

Ma is de hort op en pa zit in de bak

Wat die er van zeggen, dat lap ik aan mijn schoen

En als ik later groot ben, zorg ik zelf wel voor mijn poen»

Toen haalde men er een heel stel psychologen bij

Die vonden hem gevaarlijk voor de maatschappij

Vandaag een riksdaalder en morgen een kluis

Hupsakee, de bajes in en weg met dat gespuis

Op zijn verjaardag zat Jantje in de cel

Er kwam geen visite, maar cadeautjes kreeg hij wel

Ma stuurde hem een ijzerzaag, pa stuurde hem een boor

«Daar gaat hij dan», zei Jantje en ging ervandoor

Buiten de bajes zag hij een auto staan

«Die leen ik maar», zei Jantje, zo gezegd zo gedaan

Maar in een scherpe bocht kreeg die kar een lekke band

Sloeg zeven maal over de kop en vloog in de brand

Hiermede eindigt het verhaal van onze held

Een blues voor Jantje zongen de vogels in het veld

«Jezus», zei de dominee, «sta zijn zieltje bij»

Maar Jantje had er maling aan, want Jantje was vrij

Jantje was vrij

Jantje was vrij

Jantje was vrij

Jantje was walking on the Leidseplein

Then he found a riksdaler and he liked that

He bought salty peanuts, cigarettes and licorice for it

In short, in no time all his pennies were gone But he was shadowed by a sergeant

She said to Jantje: “Hey, come here

I don't know if you know, but riksdalers on the street

Are lost goods and belong to the state»

The judge said: «Hey Jantje, do you know what you are

We call that legal juvenile offender

A disgrace to your parents, your future to the moon

Because when you grow up, you will never get a good job»

"Shut up," said Jantje, "with that cold poop

Ma is in the mood and pa is in the jail

What they say about it, I'm sticking to my shoe

And when I grow up I'll take care of my money myself»

Then they brought in a whole bunch of psychologists

They considered him dangerous to society

Today a riksdaler and tomorrow a safe

Hupsakee, to jail and get rid of that scum

On his birthday, Jantje was in the cell

No visitors came, but he did receive presents

Ma sent him a hacksaw, Pa sent him a drill

"There he goes," said Jantje and ran off

Outside the prison he saw a car

"I'll just borrow that one," said Jantje, so to speak

But in a sharp bend, that cart got a flat tire

Flipped over seven times and caught fire

This ends the story of our hero

The birds in the field sang a blues for Jantje

"Jesus," said the minister, "help his little soul."

But Jantje was not kidding, because Jantje was free

Johnny was free

Johnny was free

Johnny was free